Het Koninklijk Theater Carré – Amsterdam

Aan de Amstel staat een prachtig gebouw in classicistische stijl, waar heden ten dage het Koninklijk Theater Carré gevestigd is. Oorspronkelijk heette het theater Circus Carré, ontleend aan het Koninklijk Nederlandsch Circus Oscar Carré. Dit gezelschap hield vanaf 1879 tijdelijk haar wintervoorstellingen in een houten gebouw dat voorzien was van een stenen voorgevel. Dit gebouw was gesitueerd in wat tegenwoordig het Weteringcircuit van Amsterdam heet. Het gezelschap onderhandelde al enige tijd met de gemeente om een nieuwbouwpand te mogen vestigen, echter zonder succes. Op 8 december 1881 sloeg het noodlot in Oostenrijk toe. Bij de Ringtheaterbrand in een houten theatergebouw in Wenen kwamen ruim 400 bezoekers tragisch om het leven. Deze rampzalige gebeurtenis bracht de gemeente er uiteindelijk toe om de gewenste bouwvergunning af te geven aan Oscar Carré. Zo geschiedde het dat op 3 december 1887 Carré haar deuren opende. Het gebouw kreeg de bijnaam het “Steenen Circus van Carré” en was een verwijzing naar het gebruikte bouwmateriaal. In eerste instantie werd het pand enkel gebruikt in de wintermaanden om circusvoorstellingen te houden.

Vanaf het jaar 1893 werd besloten om het theater ook voor theaterproducties te gaan gebruiken wanneer het circus op toernee was. Frits van Haarlem was degene die destijds de variété voorstellingen met succes ten tonele bracht. Deze verandering betekende een grote doorbraak voor Carré. Vanaf dat moment was het theater in staat om alle vormen van volksvermaak onderdak te bieden. De dood van Oscar Carré in 1911 betekende uiteindelijk het einde van het Koninklijk Nederlandsch Circus Oscar Carré. Het gezelschap gaf niet langer voorstellingen in theater Carré. Wel hebben nog diverse andere circussen hun voorstellingen in het theater mogen geven, waaronder Circus Henny.

Tegenwoordig biedt theater Carré voornamelijk ruimte aan muziekvoorstellingen, musicals, cabaretvoorstellingen en popconcerten die er dan ook regelmatig gegeven worden. Incidenteel wordt er door Het Nationale Ballet en De Nederlandse Opera gebruik gemaakt van de zaal. Dit gebeurt voornamelijk wanneer deze gezelschappen voorstellingen willen geven waarvoor hun eigen Muziektheater minder geschikt is.

In 1979 keerde het circusthema terug in theater Carré toen het Russische Staatscircus met zijn beroemde clown Popov er een optreden gaf. Een tweede bezoek van het Russische Staatscircus aan het theater werd een daverend succes, zodat in 1985 besloten werd om een traditie van weleer in ere te herstellen, namelijk in de vorm van een jaarlijks terugkerend kerstcircus. De fantastische paardendressuur van circus Knie is bijvoorbeeld erg populair geworden in Amsterdam dankzij een optreden van het gezelschap tijdens het kerstcircus in Carré.

Een bijzonder detail aan theater Carré is de Logefoyer. Deze foyer was deels de woonruimte van de voormalige familie Carré en een aantal van hun vaste artiesten. Ook is “Het Brandscherm” karakteristiek voor theater Carré. Het Brandscherm is het allergrootste schilderij van Nederland dat uit één stuk bestaat. Het schilderij werd ooit gemaakt door Siet Zuyderland en werd verkozen tot het kunstwerk van Carré omdat het abstracte ontwerp uitstekend harmonieert met het aanzicht van de theaterzaal.